De gevolgen van de watersnoodramp van 1953 voor Zoutelande.
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 voltrekt zich een grote ramp over zuid-west Nederland. Een zware storm in combinatie met zeer hoog water zorgt voor vele dijkdoorbraken en overstromingen van dorpen en landerijen met vele doden en vermisten als gevolg. Zoutelande houdt het droog en er zijn ook geen doden te betreuren maar toch zijn de gevolgen van de stormramp groot voor het dorp. (Klik op een foto voor een vergroting)
Een foto van het dorp Zoutelande kort na de Tweede Wereldoorlog. In de duinen zijn de door de Duitsers aangelegde versterkingen en bunkers goed te zien. (Foto Ies Lamain Middelburg)
Op deze luchtfoto uit 1951 valt het hele verhaal van wat de stormramp van 1953 met Zoutelande deed te zien. Bij de grijze pijl (linksboven) zien we het smalste deel van de duinen t.h.v. de Langstraat en bij de gele pijlen de bunkers die dan nog in de duinen staan. In het wit omlijnde vlak alle huizen aan de Langstraat en op “D ‘Oogte” die werden gesloopt. De groene en blauwe cirkels zijn respectievelijk het huisje van A. Flipse en de boerderij van Jac. Koppejan Hzn. die werden gesloopt, de laatse vanwege de aanleg van de Zuidstraat (in rood). De oranje cirkels geven de locaties aan van de twee noodcafé’s aan de Straatweg en aan de Schuitvlotstraat. Beide gebouwen werden later ook gesloopt. De witte cirkels bovenin zijn het huis en de schuur van Arjôôn Melis (links) en daarnaast het boerderijtje van burgemeester David Kodde. De witte cirkel ,schuin links onder het midden, staat bij een huisje aan het Duinstraatje. Hier stonden drie dezelfde woningen waarvan er één werd gesloopt voor dijkaanleg. Op de plaats van de zwarte cirkel staan de schuren van de wed. P Cijvat-Wondergem en Johannes Koppejan aan het Kerkplein die in 1958 zijn gesloopt. En in de roze cirkel de plaats waar het tijdelijke gemeentehuis was gevestigd. Ook is goed te zien dat het einde van de Noordstraat een doodlopende straat was. (Luchtfoto KLM)
Een uit die dagen veelgehoorde opmerking gaat ook voor Zoutelande op: tijdens laagwater stond er net zo veel water als normaal met hoogwater dus dat de situatie zorgelijk was werd wel gezien. In de avond worden de mannen van Zoutelande opgeroepen om naar de duinen te komen om zandzakken te vullen ter versteviging van het smalste stuk duin op de hoek van de Langstraat, dat gaat de hele nacht door en de toestand is zeer kritiek. Het zeewier en het schuim liggen in de Langstraat en de schade aan de duinen voor het dorp is enorm, het pas over de duinen aangelegde wandelpad is deels verdwenen. De in de Tweede Wereldoorlog bovenop de duinen gebouwde bunkers zijn naar beneden gezakt en doordat het water hier hard omheen spoelt zorgt dit voor extra schade aan de duinen. De basaltglooïng voor Zoutelande is zwaar beschadigd, het ziet er verschrikkelijk uit maar het dorp blijft droog en een doorbraak is ternauwernood voorkomen.
Op bovenstaande foto’s is goed de enorme schade te zien die aan de duinen voor Zoutelande is toegebracht door de storm van 1 februari 1953. (Uitgever 3 foto’s onbekend. Laatste foto scan foto S. Adriaanse)
Na de storm is de situatie bij Zoutelande zorgelijk maar niet direct kritiek zodat eerst in andere delen van het zwaar getroffen zuid-west Nederland hulp wordt geboden. Toch worden er bij Zoutelande begin februari ook al de eerste noodmaatregelen getroffen, er wordt met vrachtwagens zand en klei aangevoerd om het duin op de zwaarst beschadigde plaatsen op te vullen (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, Watersnood documentatie 1953, 4 februari 1953). Eind februari wordt ook duidelijk dat herstel van de duinen voor Zoutelande niet genoeg is om de veiligheid te waarborgen, er zijn ingrijpender maatregelen nodig. Gevreesd wordt dat de stormramp een negatief effect zal hebben op het toerisme in de aankomende zomer maar voor Zoutelande valt dat mee, de meeste pensions hebben begin maart al flink wat boekingen voor de aankomende zomer maar er is nog wel plaats (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 4 maart 1953). Vanaf begin juli 1953 wordt er voor de duinen bij Zoutelande een breed werkpad aangelegd voor de aanvoer van materialen die nodig zijn voor het herstel, het is de eerste aanzet van de latere wandelboulevard met aan de noordzijde van het dorp een oprit. Ook wordt er aan de glooiïng noodherstel gepleegd en de bunkers die vanuit de duinen op het strand zijn gezakt worden opgeruimd (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 24 juli 1953).
De foto links is uit de zomer van 1953, de naar beneden gezakte bunkers zijn opgeruimd (Uitg. Boekhandel Joh. Kruit) en op de foto rechts zien we dat er wordt gewerkt aan herstel van de glooiïng en de aanleg van een werkpad voor aanvoer van materialen, de latere wandelboulevard. (Foto Archief Polder Walcheren)
Op deze foto is het eerste noodherstel voltooid en ook het werkpad voor aanvoer van materialen klaar. (ansichtkaart uitg. J. de Visser)
Op vrijdag 19 februari 1954 is er hoog overleg met de minister van verkeer en waterstaat mr. J. Algera, het provinciaal bestuur, de secretaris-generaal van verkeer en waterstaat, oud minister mr. D.G.W. Spitzen, de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat in Zeeland ir. J.H. van der Burgt. De Commissaris van de Koningin jhr. mr. A.F.C. de Casembroot en het voltallige college van Gedeputeerde staten alsmede de griffier der staten mr. J.M. Pilaar. Het nieuws dat de volgende dag in de krant staat komt op Zoutelande hard aan, voor dijkaanleg zullen er huizen moeten worden afgebroken, hoeveel is dan nog niet bekend (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 20 februari 1954). In 1953 heeft minister Algera een bezoek gebracht aan Walcheren en toen ook de situatie bij Zoutelande bekeken, aan hem wordt de uitspraak toegeschreven: “Ik wist niet dat er een dorp in Nederland is dat zó dicht tegen de zee ligt en bovendien nog achter zó’n smalle zeewering. Hier moet een dijk komen.” Maar wat er dan precies gaat gebeuren is nog steeds niet bekend, ook niet bij de Polder Walcheren of Rijkswaterstaat want de ontwikkeling van de plannen is nog maar in de beginfase maar de onzekerheid op het dorp is (weer) groot ook ten aanzien van het komende toeristenseizoen. Kunnen we het aanstaande toeristenseizoen wel gasten ontvangen of worden er dan al werkzaamheden uitgevoerd en moeten we ons huis uit? (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 23 februari 1954).
Eind april 1954 wordt wel duidelijk dat er voor Zoutelande een nieuwe dijk zal worden aangelegd die ongeveer fl. 4.500.000 gulden zal gaan kosten, naar alle waarschijnlijkheid zullen de Willibrordusput, de muziektent en een transformatorhuisje moeten worden afgebroken (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 29 april 1954). Op woensdag 26 mei 1954 wordt er op Zoutelande vergaderd waarbij het voltallige gemeentebestuur aanwezig is en diverse personen van gedeputeerde staten en Rijkswaterstaat. Het aantal af te breken huizen is dan nog niet bekend maar wel dat Zoutelande een nieuw uitbreidingsplan moet krijgen om huizen die worden afgebroken te vervangen (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 28 mei 1954). Pas in mei 1955 wordt er meer bekend, er zal een nieuwe dijk van ongeveer één kilometer lengte worden aangelegd en er zullen een dertigtal huizen moeten worden afgebroken. De nieuwe dijk wordt aangelegd over bijna één kilometer lengte tussen hotel “Tien Torens en een stukje voorbij hotel “Haga” (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 3 mei 1955). Een maand later worden de plannen toch nog enigszins aangepast. Vanaf het Noordervroon, richting Westkapelle, blijft de binnenrand van de duinen intact zodat de huizen die daar in de duinen staan niet afgebroken hoeven te worden(Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 10 juni 1954). Weer een maand later komt er weer meer duidelijkheid, bij de dijkaanleg zijn in totaal ongeveer 65 kadastrale percelen betrokken maar een groot deel daarvan is al eigendom van de Staat omdat ze vlak achter de duinen liggen. Negentien huizen zullen moeten worden afgebroken, taxateurs zijn inmiddels al bezig met de taxatie van de panden. Wie instemt met het geboden bedrag kan zijn huis verkopen en anders wacht een onteigeningsprocedure. Twee cafés, de pastorie, het gemeentehuis, enkele woonhuizen en het woonwijkje “D’ Oogte” met daarbij de bakkerij van J. van de Vreugde zullen worden gesloopt. Ook de welbekende Willibrordusput zal moeten verdwijnen.
Op de foto links de Willibrordusput, de muziektent van Luctor et Emergo en het transformatorhuisje van de P.Z.E.M. die zullen moeten verdwijnen. We zien hier ook het smalste stuk duin voor Zoutelande op de hoek van de Langstraat. (privéfoto collectie André Cijvat). Op de foto rechts de Willibrordusput in de jaren ’30, in mei 1981 werd een replica van de put gebouwd. (ansichtkaart uitg. Joh. Kruit)
Huizen slopen zonder dat er plaatsvervangende woonruimte is kan natuurlijk niet, daarom wordt er door de gemeente een nieuw uitbreidingsplan ontwikkeld: Het Raadhuisplein (later Oranjeplein), met ook de aanleg van de Ooststraat en de Nieuwstraat staan op de planning(Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 7 juli 1955). De oude kunstschilder Gerard Bergsma uit zijn zorgen over hoe Zoutelande er uit zal komen te zien na aanleg van de dijk, met een ingezonden brief in de krant. Hij woont sinds 1909 op het dorp en wist als kunstschilder de fraaie ligging van de huisjes met zijn kerkje aan de voet van de duinen te waarderen. Hij vreest dat het dorpje er door de dijkaanleg niet mooier op zal worden maar hij maakt de aanleg en afbraak niet meer mee, hij overlijdt een paar maanden later in december 1955 (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 18 juli 1955).
Tijdens een gemeenteraadsvergadering van juli 1955 wordt duidelijk hoeveel en welke huizen er zullen worden afgebroken, 17 huizen verdwijnen voor de aanleg van de dijk en 12 huizen worden gesloopt voor aanleg van een nieuwe weg. De te slopen woningen voor de dijkaanleg komen voor rekening van de Polder Walcheren en de aankoop van de huizen die moeten worden gesloopt voor de nieuwe weg komen voor rekening van de gemeente Zoutelande (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 25 juli 1955). Dit trekt natuurlijk een zware financiële wissel op de kleine zelfstandige gemeente Zoutelande en in oktober 1957 kopt De Telegraaf dan ook: “De kas is leeg!!” (Bron: Delpher Krantenbank, De Telegraaf, 17 oktober 1957). Het Parool geeft een paar weken later wat meer uitleg. Vanwege aankoop van panden en de aanleg van de nieuwe uitbreidingsplannen komt de gemeente Zoutelande zo’n Fl. 1.500.000,- te kort (Bron: Delpher Krantenbank, Het Parool, 4 november 1957).
Kaart van het zuidelijke deel van de nieuw aangelegde dijk, die begon in 1955 en klaar was voor de zomer van 1956. (Kaart collectie André Cijvat)
Het werk aan de dijk wordt ingedeeld in twee fases, een zuidelijk deel en een noordwestelijk deel. Het zuidelijke deel start in september 1955 en is 375 meter lang, omdat er voor dit deel geen huizen hoeven te worden onteigend en gesloopt kan men hier eerder beginnen. De duinen worden afgegraven, per saldo heeft men zand over en dit wordt gestort in de duinen ten zuiden van Zoutelande zodat ook die verstevigd worden. De basaltglooiïng die er al ligt wordt verbeterd en bovenaan die glooiïng komt een brede wandelboulevard. Het bovenbeloop van de dijk wordt bedekt met klei die men uit een perceel haalt aan de Kaasboerweg bij Meliskerke. Het onderste deel van dit bovenbeloop wordt bekleed met zogenaamde betonnen “beverkopblokken” en het bovenste deel wordt later ingezaaid met gras. Kort voor de zomer van 1956 is deze eerste fase van de dijkwerkzaamheden bij Zoutelande afgerond (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 28 april 1956).
Twee foto’s van het werk aan de dijk te Zoutelande in de eerste fase, 1955-1956, het is nog veel handwerk. (Foto’s Archief Polder Walcheren)
Op de linkerfoto zien we dat de eerste fase bijna is voltooid, de tweede fase is nog niet gestart want we zien daar nog de duinen voor Zoutelande (Uitsnede ansichtkaart uitg. J. de Visser &zn.) De rechterfoto is duidelijk vanuit een hogere positie gemaakt en de fotograaf stond dan ook op het duin (zie foto links). De aanleg van de eerste fase van de dijkaanleg is bijna voltooid. Links zien we nog het huis Duinstraatje nr. 10, dat huis werd later gesloopt omdat het te kort tegen de nieuwe dijk stond. (Ansichtkaart uitg. J. de Visser &zn.)
Op de foto links zien we de situatie na de eerste fase van de dijkaanleg vanaf het strand met links nog de oude duinen. (privéfoto collectie André Cijvat). Op de foto rechts de wandelboulevard en het zuiderstrand nadat de werkzaamheden zijn afgerond.(ansichtkaart uitg. F. Adriaanse)
Op woensdag 1 februari 1956 zal minister van verkeer en waterstaat mr. J. Algera de werkzaamheden op Zoutelande bezoeken, er wordt een latwerk in elkaar getimmerd die het profiel van de nieuw aan te leggen dijk aangeeft, het laat ook duidelijk zien welk deel van het dorp er gaat verdwijnen. De vraag werpt zich op waarom de keuze is gemaakt om een deel van het dorp te slopen en waarom is b.v. de nieuwe dijk niet meer zeewaarts gelegd. De keuze was voor Rijkswaterstaat eigenlijk heel simpel, een groot deel van de basaltglooiïng die al voor Zoutelande lag was nog goed en kon opnieuw worden gebruikt. Bovendien geldt dat als je meer zeewaarts opschuift de zeewering ook harder wordt aangevallen en dus sterker moet zijn. Alle extra ruimte die men nodig had voor de nieuwe dijk moest dus binnendijks worden gevonden en daarvoor moesten de woningen worden gesloopt.
Voor het bezoek van minister van verkeer en waterstaat mr. J. Algera is met latwerk het profiel van de nieuw aan te leggen dijk geplaatst. Daaronder het café van A. Lievense dat gesloopt zal worden. (Scan foto fam. J. Kleinepier)
Op de foto rechts zien we het wijkje “D’ Oogte” dat helemaal gesloopt is. Bij de rode pijl links het huis waar het noodcafé van A. Lievense was gevestigd. Bij de gele pijl de vakantiewoning “De Vuurdoorn” van de familie A. Bode uit Breda die ook werd gesloopt. Bij de rode pijl achteraan het huis Duinstraatje nr. 10. Hier stonden drie precies dezelfde huizen waarvan het meest rechtse is gesloopt. Bij de rechtse rode pijl de bakkerij van J. van de Vreugde. (Ansichtkaart zonder uitgever).
Men is druk bezig met taxatie en onteigening van de huizen maar dit kost veel tijd, ook omdat nieuwe huizen nog gebouwd moeten worden. Er zijn verschillende bezwaren tegen de aankoop en onteigening van kavels en panden, hoe goed de aankoopregeling ook is bij nieuwbouw moet er toch geld bij. Dat treft vooral de huurders van woningen zwaar, zij wonen nu zeer goedkoop in de oude huisjes maar zij zullen bij nieuwbouw veel meer moeten gaan betalen. Het verschil in huurbedrag kan wel oplopen van Fl. 3,50 per week in de oude situatie tot Fl. 15,- per week bij nieuwbouw, voor de mensen die weinig verdienen een flink bedrag. Ook vanuit de Catharinakerk heeft men bezwaren, de nieuw aan te leggen weg komt dichter bij de kerk te liggen en het is daardoor gevaarlijker tijdens de uitgang van de kerk en het geeft ook meer geluidsoverlast (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 16 februari 1956). Half mei 1956 gaat de Polder Walcheren akkoord met de aankoop van enkele percelen grond en drie huizen (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, De Stem, 12 mei 1956). Van degenen die na taxatie hun woning of perceel niet willen verkopen zal deze worden onteigend, die percelen worden in juli 1956 bij Koninklijk besluit aangewezen (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 21 juli 1956). Sommige eigenaren van percelen wachten het einde van de onteigeningsprocedure niet af en gaan alsnog akkoord met de door de Polder Walcheren aangeboden voorwaarden. Zo verkoopt J. Mesie zijn huis en erf voor Fl. 14.105,-, A. Lievense huis en erf voor Fl. 9.747.-, de PZEM zijn transformator gebouwtje voor Fl. 22.280,-, de Catharinakerk een stukje kerkhof voor Fl. 135,-, A. Lievense erf schuur en weiland Fl. 55.686.-, Huis en schuur erven Gabriëlse/Lievense Fl. 32.452,- en een stuk erf van Mevr. Ferwerda-Klaassen voor Fl. 400,- (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, Zeeuwsch Dagblad, 29 september 1956). Als de onteigeningsprocedure bijna ten einde loopt komen de meeste eigenaren alsnog tot overeenstemming met de Polder Walcheren en zijn het alleen nog J. Corbijn, eigenaar van verschillende panden op “D’ Oogte”, en de Gemeente Zoutelande, als eigenaar van de Willibrordusput die onteigend moeten worden (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 12 maart 1957). Verschillende keren wordt er gesproken over verplaatsen en herbouw van de eeuwen oude put maar het duurt tot mei 1981 voordat een replica wordt gebouwd.
Het eerste gebouw wat wordt gesloopt is de pastorie aan de Langstraat. Al voor de watersnoodramp had de kerkenraad van de Catharinakerk nieuwbouwplannen voor de pastorie. Ze hadden daar ook al grond voor op een locatie aan het Kerkplein dus dat was snel geregeld, de nieuwe pastorie werd in 1956 gebouwd waarna de oude kon worden gesloopt. Een apart verhaal is er ook over een woning aan het Duinstraatje, hier staan drie precies dezelfde woningen die in 1935 zijn gebouwd. De woning die het dichtst bij de duinen is gebouwd, huisnummer 10, staat te dicht bij de nieuw aangelegde dijk en moet worden gesloopt. Het slooppand wordt bij opbod verkocht en gekocht door Jan Melis Hzn. Al het sloopmateriaal van dakpannen tot kozijnen en stenen gebruikt hij voor de bouw van zijn woning aan de Langendam, nogal wat dagbladen schenken hier aandacht aan. (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, Zeeuwsch dagblad, 19 oktober 1957).
Links een foto van de Langstraat waarbij de pastorie al is gesloopt, bij de rode pijl de vakantiewoning “De Vuurdoorn” van de familie Bode. De familie Bode kocht de schuur van wed. P. Cijvat-Wondergem aan het Kerkplein. De schuur werd gesloopt (1958) evenals de ernaast gelegen schuur van Johannes Koppejan waar zijn schoonzoon Leus Minderhoud een nieuw huis en garage bouwde. Dat de schuren gesloopt zijn zien we op de foto rechts, links van de kerk. (Beide privé foto’s collectie André Cijvat).
Medio 1957 kan er dan nog steeds niet aan het vervolg van de dijkverzwaring worden begonnen. Zoals op de tekening van de werkzaamheden is te zien wordt de nieuwe dijk voor een deel over de oude Langstraat gelegd en die straat is op dat moment de enige doorgaande route door Zoutelande van Middelburg richting Westkapelle v.v. Het einde van de Noordstraat, nu tussen Timmermansstraat en Oranjeplein, loopt dood. In het hiervoor genoemde stukje Noordstraat staat ook het huisje van Arjôôn Flipse dat voor een flinke wegversmalling zorgt. De gemeente koopt het pand van Flipse om het vervolgens te slopen zodat het verkeer er goed door kan. Om een tijdelijke doorgaande route te creëren wordt de Zuidstraat aangelegd. Hiervoor wordt huis en schuur van Jac. Koppejan Hzn. aan de Langstraat opgekocht en gesloopt, onder de naam “Schoonvelde” bouwt hij nieuw aan de Blauwpoortseweg. Als dan ook nog een akkoord bereikt wordt met diverse grondeigenaren kan de Zuidstraat worden aangelegd en het verkeer via Kerkplein, Noordstraat, Zuidstraat en Langendam naar Middelburg worden omgeleid. Als het werk aan de Zuidstraat klaar is en er gebruik van kan worden gemaakt is het inmiddels juni 1958.
Op de foto links het Kerkplein met links Hotel “De Distel”. Rechts daarvan het huisje van Arjôôn Melis die was getrouwd met Pie Koppejan, de tussen deze gebouwen gelegen Westkapelseweg was daar zo smal dat twee bussen elkaar niet konden passeren. Het huisje met de daarachter gelegen schuur werden dan ook gesloopt. Verder rechts zien we de nieuwe pastorie met daarnaast het huis “D’ Arke” dat ook is vernieuwd. Tijdens de tweede fase van de dijkaanleg was dit de doorgaande route door Zoutelande, voor het huisje van wed. P. Cijvat-Wondergem zien we een bushalte. Op de foto rechts staat Arjôôn Flipse bij zijn huisje in de Noordstraat, dat huisje zorgde voor een flinke wegversmalling en werd dan ook afgebroken. (Beide privéfoto’s collectie André Cijvat)
Op de kaart links is goed te zien welk deel van de Langstraat moet verdwijnen vanwege de aanleg van de nieuwe dijk en ook voor de aanleg van de nieuwe doorgaande weg. Op de kaart rechts zien we de tweede fase van de dijkaanleg. (Beide kaarten collectie André Cijvat)
Voor de gewone burger die moet verhuizen kan er nog wel een tijdelijke oplossing worden gevonden maar de getroffen bedrijven moeten natuurlijk op een andere plaats worden ondergebracht. Garage, fietsenmaker en taxibedrijf de Steur zorgt zelf voor een oplossing door Pension Marja aan de Langendam aan te kopen en het bedrijf daar voort te zetten. Het café van Gerrit Gabriëlse wordt tijdelijk ondergebracht in een huis en schuur aan de Schuitvlotstraat, die stonden ongeveer waar nu de panden Nieuwstraat 44, 46 en 48 staan. Later zal hij een nieuw café openen aan de Zuidstraat. Collega en zwager A. Lievense heeft zijn “noodcafé” aan de straatweg in een pand dat op de nominatie staat te worden gesloopt. De beide zwagers moeten loten wie of waar nieuw mag bouwen en A. Lievense mag met zijn café terugkeren in de Langstraat waar hij café Lievense opent, het latere café “Royal”. Het is half juli 1959 als beide café’s hun noodcafé’s kunnen sluiten en hun nieuwe café aan respektievelijk de Zuid- en Langstraat kunnen openen. Het noodcafé van Gabriëlse aan de Schuitvlotstraat was een boerderij bewoond door Marien Verhage die nieuw bouwde aan de Molenweg tegenover de begraafplaats. Die boerderij aan de Schuitvlotstraat wordt gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw aan de Nieuwstraat. Ook het gemeentehuis aan de Langstraat wordt gesloopt. Een oude woning van Jac. Koppejan op de hoek van het Duinstraatje en de Duinweg zal dienen als tijdelijk gemeentehuis, het betreft een woning die eigenlijk helemaal niet voor die functie geschikt is. Er zijn dan plannen om aan het Raadhuisplein een nieuw gemeentehuis te bouwen maar dat gaat niet door vanwege de gemeentelijke herindeling die per 1 juli 1966 plaats vindt. Een speciaal geval is de bakkerij van J. van de Vreugde, die moet natuurlijk door kunnen werken en daarom moet nieuwbouw klaar zijn voordat er gesloopt kan worden. Voor een bakkerij is een tijdelijke locatie uiteraard geen oplossing zoals bij de cafés. Voordat men nieuw kan bouwen moeten eerst de panden van A. Lievense (café) en ook de vakantiewoning “De Vuurdoorn” van de familie Bode uit Breda worden gesloopt. Het is dan uiteindelijk januari 1958 als aan de nieuwbouw van de bakkerij kan worden begonnen en in augustus van datzelfde jaar wordt de winkel feestelijk geopend. Alleen de laatste anderhalve week voor de opening kan bakker van de Vreugde niet op een eigen locatie bakken en bakt hij zijn brood bij collega’s in Westkapelle en Arnemuiden (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 28 augustus 1958). Het slopen van de vakantiewoning “De Vuurdoorn” van de familie Bode uit Breda heeft ook weer gevolgen. Ze kopen de schuur van de wed. P. Cijvat-Wondergem aan het Kerkplein die in 1958 wordt gesloopt waarna op die plaats een nieuwe vakantiewoning wordt gebouwd. Ook de ernaast staande schuur van Johannes Koppejan wordt gesloopt, hier bouwt schoonzoon Leus Minderhoud een nieuwe woning met garage. Het winkeltje van Ka Meijers (Graag had ik daar een foto van!!) in de Langstraat moet ook gesloopt worden en ze biedt de inboedel te koop aan maar kort daarna overlijdt ze, in februari 1957, waarna de inboedel per veiling wordt verkocht (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, Zeeuws Dagblad, 24 september1956, PZC 26-03-1957).
Sloop van panden in de Langstraat Zoutelande ter voorbereiding van de tweede fase van de dijkaanleg. (Beide foto’s archief Polder Walcheren)
Op de foto links is er een kraan aan het werk aan de glooiïng. Rechts de woning van Jac. Koppejan op de hoek van het Duinstraatje en de Duinweg. Na sloop van het gemeentehuis aan de Langstraat was de secretarie hier tijdelijk gevestigd. Er zou een nieuw gemeentehuis worden gebouwd aan het Raadhuisplein maar door de gemeentelijke herindeling van 1966 kwam dat er niet meer van. Het huisje werd in 1967 gesloopt om plaats te maken voor de appartementenflats. (Beide privé foto’s collectie André Cijvat)
Per 1 juni 1958 is het dan eindelijk zo ver dat de bewoonde panden op “D ‘Oogte” moeten zijn ontruimd en een een maand later wordt de tweede fase van de dijkaanleg aanbesteed waarna de panden worden gesloopt en het werk kan beginnen. Juni 1959 is het werk bijna klaar en heeft Zoutelande een nieuwe dijk maar het laatste sloopwerk is nog niet gedaan (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 10 juni 1959). Als laatste fase van de werkzaamheden moet de nieuwe Westkapelseweg nog worden aangelegd. Hiervoor moeten de oude smederij en winkel van W. Leijnse (aan de Langstraat), huis en schuur van Arjôôn Melis en als laatste het boerderijtje van burgemeester David Kodde nog worden gesloopt. Dat laatste zorgt al enige jaren voor problemen, burgemeester Kodde wil zijn huis, schuur en omliggend land als geheel verkopen. Het gemeentebestuur van Zoutelande keurt dit goed maar Gedeputeerde Staten van Zeeland gaan er niet mee akkoord (zij willen een gedeeltelijke aan/verkoop) en het gemeentebestuur gaat hiertegen in bezwaar bij de Kroon. Daardoor kan de eerder aangelegde Nieuwstraat niet worden doorgetrokken tot aan de Westkapelseweg omdat dit over het land van burgemeester Kodde moet gebeuren. Uiteindelijk wint het gemeentebestuur dit beroep en kunnen de plannen worden voortgezet (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 5 februari 1959).
Links de hoek van de Langstraat met sloop van café A. Lievense, de kap van de Willibrordusput ligt er al af. Rechts sloop van de huizen op “D’Oogte” met daarachter de woning en schuur van A. Melis, daarnaast zien we al de nieuwe pastorie. (foto’s archief Polder Walcheren)
Links de sloop van het huisje van Jac. Mesie die op “D’Oogte” woonde(Scan foto fam. Mesie) en rechts is de sloop van de bakkerij van de fam. van de Vreugde al bijna voltooid. (Scan foto fam. v/d Vreugde)
Op de foto links staan nog de laatste huizen op “D’ Oogte”, we zien ook de nieuwbouw van bakkerij v/d Vreugde en ook de oude gebouwen van de oude smederij van W. Leijnse staan er nog. Op de foto rechts ligt de dijk er al maar moet de nieuwe weg nog aangelegd worden. (Beide privé foto’s collectie André Cijvat).
Het werk is klaar, bij Zoutelande ligt een nieuwe dijk, bij de foto rechts moet het bovenbeloop nog worden ingezaaid. (beide privéfoto’s collectie André Cijvat)
De dijk is klaar, we zien de nieuwe situatie van de dijk en de Langstraat op de foto links (ansichtkaart Uitg. F. Adriaanse). Voor de oudere inwoners is het flink wennen maar de jeugd ontdekt al gauw de voordelen. Van de dubbele houten trapleuning kun je lekker naar beneden glijden, een plankje onder je billen en gaan!! ( Ansichtkaart uitgave Weenink & Snel)
Begin februari 1960 gaat de nieuwe Westkapelseweg open maar het laatste sloopwerk is dan nog niet gedaan want het boerderijtje van burgemeester Kodde staat er dan nog (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, De Stem, 2 februari 1960). Op 10 mei 1960 wordt het slopen van het huis en schuur van burgemeester Kodde aanbesteed waarna de opstallen kunnen worden gesloopt (Bron: Krantenbank Zeeuwse Bibliotheek, PZC, 23 april 1960) en het laatste werk betreffende de nieuwe dijkaanleg gedaan is.
Op de foto links zien we bij de linker rode pijl dat er al nieuwe huizen aan de Nieuwstraat staan. Vanwege een geschil kon die straat echter nog niet worden doorgetrokken tot aan de Westkapelseweg. Bij de middelste rode pijl huis en schuur van burgemeester D. Kodde dat als laatste werd gesloopt en rechts de schuur van A. Melis. (Ansichtkaart uitg. F. Adriaanse) Op de rechtse foto’s zien we de aanduiding “Raadhuisplein” maar het nieuwe gemeentehuis werd daar niet gebouwd en de naam veranderde in Oranjeplein. (Ansichtkaart zonder uitgever)
Een ingrijpende gebeurtenis voor Zoutelande, met zware financiële gevolgen, die het dorp een heel ander aanzien en karakter geven. Opmerkelijk is nog dat de meeste oudere inwoners in het spraakgebruik over “duinen” blijven spreken: “ ’k gae nog even nì de duune”, terwijl de jongere generatie zegt: “ ‘k gae nog een rondje over d’n diek”.
Twee luchtfoto’s van de nieuwe dijk, het schilderachtige wijkje “D’ Oogte” is verdwenen. (Foto links Slagboom Vlissingen en foto rechts Uitg. J. de Visser & zn)
Aanvullingen of verbetering van tekst en eventuele foto’s zijn altijd welkom.
©André Cijvat www.zoutelandeopfoto.nl januari 2023